top of page

RAMAIKANEN

6d787e55-a274-4268-9003-57c4e07f3b3b_edited.jpg

De Vlerick

Een poos later zit hij op een bankje in een herberg in de stad. Hij blaast hij het stof van de kaft en slaat voorzichtig het boek open. Een reeks van herinneringen stroomt door zijn gedachten, het zijn er zoveel dat hij er draaierig van wordt. Wanneer hij stopt met lezen, klapt hij het dicht en slaakt een zucht. Doornkop voelt zich oud, heel oud.
De Vlerick kijkt om zich heen en beseft dat hij niemand kent. De hele wereld is gevuld met naamloze voorbijgangers. Iedereen is niemand, niemand is iedereen. Somber staart hij voor zich uit.
Waar leeft een man voor die niet sterven kan? Een vraag die hem al lang bezig houdt. Voor hem is onsterfelijkheid iets wat hem anders heeft leren kijken, naar de tijd bijvoorbeeld. Een minuut is een uur, een uur een dag, een dag een week. Voor altijd is voor de Vlerick echt voor altijd.

RAMAIKANEN

2a772b00-797f-4e90-9255-23795bfa732e.JPG

Steg de stoere Pegel

Ze wisselt een blik van verstandhouding met haar stenen riddertje. Hij knikt en maakt zich uit de voeten Haar zus vraagt:
'Waar gaat dat brokkelige baandermannetje van je naar toe?'
'Dat is niet zomaar een mannetje. Het is Steg, een stoere Pegel. Geschapen uit het gruis van avonturijn, arduin en knuffelsteen. Hij is mijn trouwste kameraad.'

bottom of page